gesnuffel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gesnuffel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·snuf·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gesnuffel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgesnuffelo

  1. het heimelijk speuren
    • Het tweede rapport, van de gemeentelijke ombudsman, was nog kritischer. Hij bekeek het gesnuffel van de onderwijswethouder in het privéleven van ouders die hebben gekozen voor thuisonderwijs. Het oordeel was snoeihard: de privacy van ouders én kinderen was geschonden. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord gesnuffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.