gestoelte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gestoelte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·stoel·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gestoelte gestoelten
gestoeltes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgestoelteo

  1. (formeel) zetel voor hooggeplaatste personen
  2. een samenstel van zitplaatsen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord gestoelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.