gevangenispersoneel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gevangenispersoneel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·van·ge·nis·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gevangenis zn en personeel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevangenispersoneel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gevangenispersoneel o
- mensen die tegen betaling werken in een gevangenis
- ▸ Schuin over de lage huisjes van het voormalige gevangenispersoneel, aan de Amstelveenseweg, richtten zich drie, vier ladders op met een spuitgast in top.[1]
- ▸ Eerder is een vrouw aangehouden die niet in de gevangenis werkt. Zij zou gevangenispersoneel hebben betaald om goederen naar binnen te smokkelen voor haar gedetineerde man.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord gevangenispersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Opvallend meer drugs en telefoons in gevangenis Sittard, na onderzoek medewerker opgepakt” (WO 15 DECEMBER 2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.