gevangenispersoneel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevangenispersoneel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·van·ge·nis·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gevangenispersoneel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgevangenispersoneelo

  1. mensen die tegen betaling werken in een gevangenis
     Schuin over de lage huisjes van het voormalige gevangenispersoneel, aan de Amstelveenseweg, richtten zich drie, vier ladders op met een spuitgast in top.[1]
     Eerder is een vrouw aangehouden die niet in de gevangenis werkt. Zij zou gevangenispersoneel hebben betaald om goederen naar binnen te smokkelen voor haar gedetineerde man.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord gevangenispersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
  2. Weblink bron “Opvallend meer drugs en telefoons in gevangenis Sittard, na onderzoek medewerker opgepakt” (WO 15 DECEMBER 2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.