gezangboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezangboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·zang·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezangboek gezangboeken
verkleinwoord gezangboekje gezangboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetgezangboeko

  1. (muziek) boek met liedteksten
     De groep theologen richtte in 1939 een „Entjudungsinstitut” op, dat als doelstelling had „het christendom van het Jodendom te reinigen”. Het instituut verzorgde een groot aantal publicaties waarin een mix werd gemaakt van het christelijke gedachtegoed en nazi-ideeën. Zo verschenen er ook een gebedenboek en een gezangboek die gezuiverd waren van alle niet-arische smetten.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gezangboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Hitler wilde Bijbel laten herschrijven” (10 augustus 2006), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.