gezondheidsschizofreen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezondheidsschizofreen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·schi·zo·freen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsschizofreen gezondheidsschizofrenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degezondheidsschizofreenv/m

  1. (medisch) iemand die te bezeten is van gezondheid en zogenaamd gezond gedrag
     Het is net als in de psychiatrie. We worden echt niet gekker, we plakken alleen meer etiketten. Overgewicht groeit veel minder dan voorheen en stagneert bij de jeugd (maar iedereen blaat maar raak; overgewicht wordt obesitas, en dan liefst nog morbide erbij dat klinkt nog erger). We worden steeds ouder en ook steeds gezonder ouder. Er is steeds meer goed eten te koop. Er is steeds meer aandacht. Overal kun je leefstyle cursussen volgen. Hou toch eens op met die zinloze standpuntenoorlogjes. Zo dreigt de hype rond gezondheid ons ook nog eens gek te maken. Kunnen we in de DSM VI ook gezondheidsschizofrenie opnemen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Weblink bron ““Charlatan!”” (Zondag 20 april 2014, 12:02)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.