gietstaal

Uitspraak

• Geluid:  gietstaal    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣitstal / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• giet·staal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  giet ww  en  staal zn , leenvertaling van Duits Gussstahl, in de betekenis van ‘sterk soort staal’ aangetroffen vanaf 1860 ^{[1] [2] [3]}

Zelfstandig naamwoord

het gietstaal o

1. (materiaalkunde) zuivere en sterke legering van ijzer met weinig koolstof dat in gesmolten toestand in de gewenste vorm wordt gegoten

   ▸ Wie precies de eerste was valt niet zomaar te achterhalen, maar rond 1850 werden in Engeland en Duitsland gietstalen klokken gegoten door bedrijven die later Naylor, Vickers & Co en de Bochumer Verein für Gussstahl-Glocken (BVG) zouden gaan heten. Het was een technisch hoogstandje, voor het gieten van gietstaal moet een temperatuur van zo’n 1.600 graden worden bereikt terwijl voor brons 1.100 graden volstaat.^[4]

   ▸ Tussen skeletten van vrouwen en kinderen, huishoudelijke artikelen en juwelen lag de bewuste sabel. Hij bleek gemaakt van gietstaal. De techniek om een dergelijk type staal te maken is in de eerste eeuw na Chr. ontwikkeld in India.^[5]

Gangbaarheid

• Het woord gietstaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietstaal" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen