gil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gil    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣɪɫ/
Woordafbreking
  • gil
enkelvoud meervoud
naamwoord gil gillen
verkleinwoord gilletje gilletjes

Zelfstandig naamwoord

degilm

  1. een harde schelle ongearticuleerde uitroep
    • Door haar schrik uitte zij een harde gil. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
gillen

gil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gillen
    • Ik gil. 
  2. gebiedende wijs van gillen
    • Gil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gillen
    • Gil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.