gladheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gladheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣlɑthɛit / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχlɑt.ɦɛɪ̯t/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣlɑt.ɦɛːt/
- (Limburg): /ˈɣlɑd.hɛɪ̯d/
Woordafbreking
- glad·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gladheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gladheid v
- (materiaalkunde) het vóórkomen van gladde oppervlakten
- Door de lage temperaturen en verwachte neerslag kan er gladheid optreden.
- (psychologie) de doortraptheid van iemand waardoor men moeilijk vat op hem/haar krijgt
Synoniemen
Antoniemen
- [1] ruwheid
Hyponiemen
- [1] watergladheid, wegdekgladheid
Afgeleide begrippen
- [1] gladheidbestrijding, gladheidsbestrijder, gladheidsbestrijding, gladheidscoördinator, gladheidsmeter
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gladheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gladheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gladheid | - |
Zelfstandig naamwoord
gladheid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.