glazenmaker

Nederlands

Uitspraak

Geluid: glazenmaker (hulp, bestand)

Woordafbreking

gla·zen·ma·ker

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van glas zn en maker zn met het invoegsel -en- ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	glazenmaker	glazenmakers
verkleinwoord	glazenmakertje	glazenmakertjes

Zelfstandig naamwoord

de glazenmaker m

(beroep) iemand die ruiten inzet
(libellen) libel van de familie Aeshnidae

Hyponiemen

[2] Siberische glazenmaker, azuurglazenmaker, blauwe glazenmaker, bruine glazenmaker, getande glazenmaker, groene glazenmaker, noordse glazenmaker, venglazenmaker, vroege glazenmaker, zuidelijke glazenmaker

Synoniemen

[1] glasmaker

Gangbaarheid

Het woord glazenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.