glibberig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  glibberig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • glib·be·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van glibberen met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen glibberigglibberigerglibberigst
verbogen glibberigeglibberigereglibberigste
partitief glibberigsglibberigers-

Bijvoeglijk naamwoord

glibberig

  1. moeilijk houvast op te krijgen
    • De door ijzel glibberige wegen leidden tot veel ongemak. 
  2. glad en slijmerig
    • Hij hoorde, dat het de stem van de Woordbouwer was. En toen hij de hand wilde grijpen veranderde die plotseling in de glibberige vangarm van de Slabber. [1] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • glibberigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord glibberig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 100
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.