godsdienstsociologie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: godsdienstsociologie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gods·dienst·so·cio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van godsdienst zn en sociologie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | godsdienstsociologie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de godsdienstsociologie v [1]
- (religie) de wetenschap die de godsdienst als maatschappelijk fenomeen bestudeert; wetenschap die de interactie tussen religie en samenleving onderzoekt
- ▸ Ook de paus moet het ontgelden. Betogers hebben bezwaren tegen de kosten die zijn gemoeid met het bezoek van de paus: een slordige 12 miljoen pond. Volgens de betogers is de paus in de eerste plaats een religieuze leider en zou hij in die hoedanigheid moeten worden ontvangen. Doordat hij als staatshoofd van Vaticaanstad wordt ontvangen, valt het bezoek een stuk duurder uit. In de studio een gesprek met Henk Tieleman, hoogleraar Godsdienstsociologie aan de Universiteit Utrecht.[2]
- ▸ De kanunnik heeft toen aan de ouders van het slachtoffer voorgesteld af te zien van het uitoefenen van het priesterschap en alle gevolgen van zijn daad te zullen dragen. 'Zij hebben me gevraagd een professor van het grootseminarie van Luik te raadplegen, die mij heeft aangeraden priester te blijven en mij te concentreren op de universitaire taken in de godsdienstsociologie.'[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord godsdienstsociologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Londen demonstreert tegen de Paus” (18 september 2010, 14:39), NOS
- ↑ Weblink bron “Kanunnik Houtart erkent misbruik van minderjarige 40 jaar geleden” (29 december 2010 om 07:36), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.