golfplaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  golfplaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • golf·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord golfplaat golfplaten
verkleinwoord golfplaatje golfplaatjes

Zelfstandig naamwoord

degolfplaatv/m

  1. (bouwkunde) bouwmateriaal met een gegolfde structuur

Gangbaarheid

  • Het woord golfplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.