gootlijst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gootlijst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣotlɛist / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- goot·lijst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van goot zn en lijst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gootlijst | gootlijsten |
verkleinwoord | gootlijstje | gootlijstjes |
Zelfstandig naamwoord
de gootlijst v / m [1]
- (bouwkunde) lijst die langs een dakgoot loopt
- ▸ Van de gevel van het huis van de baas was dan ook niet veel meer goed te zien dan het lange glimpende bord boven de winkeldeuren: 'Huis- en Rijtuigschilder' en wat gekozijn van de voorkamer boven en het spionnetje en de streep van de pijp die van de gootlijst afdaalde en het kapel van de hooge zolder, waaronder al die vruchten uit het Westland hadden liggen gloeien, het was nu alles verdekt met nacht.[2]
- (bouwkunde) in de klassieke bouwkunde een onderdeel van de kroonlijst
Synoniemen
- [1] boeibord, kranslijst
- [2] cimaas
Gangbaarheid
- Het woord gootlijst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Jacobus” (1930), Saga, ISBN 9788728433317
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.