gording

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gording    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gor·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gording gordingen
gordings
verkleinwoord gordinkje gordinkjes

Zelfstandig naamwoord

degordingv

  1. (bouwkunde) houten dwarsbalk of ligger aangebracht in de lengterichting van kap of dak waarmee de zaak in verband gehouden wordt
  2. (scheepvaart) lopend touw waarmee men zeilen tegen hun rondhouten ophaalt, om de windvang te verminderen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • ankergording, buikgording, koppelgording, noodgording, watergording
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gording staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
43 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.