grapenbrade

Middelnederduits

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

grapenbrade, m [1]

  1. (voeding) een stuk gekruid rundvlees gestoofd in een driebenige kookpot (Duits: Grapen)
Verbuiging
  • mannelijk
Schrijfwijzen
Antoniemen
  •  spetbrade zn  (Duits: Spießbraten)
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. gropen-, grapenbrade Schiller, Karl: Mittelniederdeutsches Wörterbuch / von Karl Schiller und August Lübben. - Bremen : Kühtmann [u.a.], erschienen: 1 (1875) - 6 (1881), II G - L. - 1876. - 758 S., pag. 153
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.