grasplein

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grasplein    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrɑsplɛin/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • gras·plein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasplein graspleinen
verkleinwoord graspleintje graspleintjes

Zelfstandig naamwoord

hetgraspleino

  1. aangelegd vlak terrein begroeid met groene sprieten
    • Een oude beuk op het grasplein voor het hoofdgebouw behoort tot de mooiste bomen in de hoofdstedelijke agglomeratie. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord grasplein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.