grasperk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grasperk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gras·perk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grasperk grasperken
verkleinwoord grasperkje grasperkjes

Zelfstandig naamwoord

hetgrasperko

  1. afgegrensd grasveld in tuin of park
    • Vooral met grote verbazing kijkt Johan van der Lee sinds maandagavond naar het grasperkje bij zijn woning in Waspik. Volwassenen van tussen de twintig en veertig jaar oud zijn er voor slechts één ding: het zoeken naar pokéballs, waar pokémon mee te vangen zijn.[2] 
    • Goddank was ik door de aanrijding op een grasperk beland, waardoor de ondergrond daar nog een beetje meegaf. Een paar centimeter terug op het asfalt was dat erger geweest en had ik mijn enkel volgens de doktoren wel kunnen afschrijven.”[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grasperk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.