griepepidemie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  griepepidemie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • griep·epi·de·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord griepepidemie griepepidemieën
griepepidemies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degriepepidemiev

  1. plotselinge toename van het aantal influenzagevallen in een bevolking
     De kans is groot dat de griepgolf nog wel een tijdje aanhoudt. Vorig jaar duurde de griepepidemie achttien weken, sinds 1992 houdt de gemiddelde griepgolf negen weken aan.[2]
     Vorig jaar duurde de griepepidemie achttien weken. Dat was twee keer zo lang als gemiddeld.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord griepepidemie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Griepgolf in Nederland houdt nog aan” (Donderdag 3 januari 2019, 10:32), NOS
  3. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Het is officieel: er is een griepepidemie” (Vrijdag 28 december 2018, 12:59), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.