grietje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grietje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣricə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • griet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] afgeleid van  griet zn  met het achtervoegsel -je
  • [2] eponiem dat verwijst naar Grietje van Dijk, een vrouw die volgens de overlevering op het schip Den Eik als kruisraasgast zou hebben gewerkt [1] [2]
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord grietje grietjes

Zelfstandig naamwoord

hetgrietjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord griet
  2. (scheepvaart) bepaald zeil op een zeilschip: bramzeil van de bezaansmast
Synoniemen
  • [2] bovenkruiszeil

Gangbaarheid

  • Het woord grietje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.