grimmig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grimmig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • grim·mig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘boos’ voor het eerst aangetroffen in 1400 [1]
  • afgeleid van grim met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen grimmiggrimmigergrimmigst
verbogen grimmigegrimmigeregrimmigste
partitief grimmigsgrimmigers-

Bijvoeglijk naamwoord

grimmig

  1. dreigend, onheilspellend, wrevelig
    • Nadat de thuisclub verloren had ontstond een grimmige sfeer in het stadion. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grimmig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.