groeiraming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  groeiraming    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groei·ra·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groeiraming groeiramingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degroeiramingv

  1. (economie) voorspelling over de toekomstige economische groei
     In de groeiraming gaat het CPB ervan uit dat de steunmaatregelen van de overheid voor bedrijven in oktober niet worden voortgezet.[1]
     Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, kachelt zelfs een half procentpunt achteruit door gehakkel in de auto- en machine-industrie. En als Duitsland hoest, loopt Nederland al snel een verkoudheid op. De december-groeiraming van het CPB van 2,2 procent zou weleens een stuk lager kunnen uitvallen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord groeiraming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “CPB: economie groeit weer, maar coronaklap dreunt na” (Maandag 17 augustus 2020, 08:04), NOS
  2. Weblink bron “Jaarcijferseizoen grote bedrijven barst los: wat kun je verwachten?” (Dinsdag 22 januari 2019, 20:34), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.