grootbrengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  grootbrengen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • groot·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grootbrengen
bracht groot
grootgebracht
zwak -cht volledig

Werkwoord

grootbrengen

  1. overgankelijk het ouderschap over opgroeiende kinderen uitoefenen
    • Een gezin met zes kinderen groot te brengen is geen eenvoudige zaak. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grootbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.