guru

Indonesisch

Woordafbreking
  • gu·ru
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

guru

  1. (beroep) leraar


Turks

Woordafbreking
  • gu·ru
enkelvoud meervoud
nominatief   guru     gurular  
genitief   gurunun     guruların  
datief   guruya     gurulara  
accusatief   guruyu     guruları  
locatief   guruda     gurularda  
ablatief   gurudan     gurulardan  

Zelfstandig naamwoord

guru

  1. (religie) goeroe (geestelijk leider)
  2. goeroe (expert of leider in een bepaald vakgebied)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.