haaientand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haaientand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhajə(n)ˌtɑnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haai·en·tand
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  haai zn  en  tand zn  met het invoegsel -en-  [1]
    • [2] omdat de kleur en vorm aan een rij haaientanden doet denken, in de betekenis ‘markering voorrangsweg’ aangetroffen vanaf 1967 (zie vindplaats hieronder) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord haaientand haaientanden
verkleinwoord haaientandje haaientandjes

Zelfstandig naamwoord

dehaaientandm

  1. (zoötomie) tand van een haai
    • Haaientanden vallen regelmatig uit en worden dan vervangen. 
  2. (verkeer) (figuurlijk) elk van de witte driehoeken die in een rij haaks op het wegdek worden aangebracht bij een kruising om aan te geven dat er voorrang verleend moet worden
    • Hij had de haaientanden niet gezien. 
     Tot slot zullen er, het werk van het laatste uur, op het wegdek van een honderd zijstraten „haaientanden" geschilderd worden.[3]
Opmerkingen
  • In de tweede betekenis is het meervoud de gangbare vorm.

Gangbaarheid

  • Het woord haaientand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.