haakoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haakoog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • haak·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haakoog haakogen
verkleinwoord haakoogje haakoogjes

Zelfstandig naamwoord

hethaakoogo

  1. schroef waarvan de top is verbogen tot een bijna gesloten oog

Gangbaarheid

  • Het woord 'haakoog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.