haaroprichter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  haaroprichter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈharoprɪxtər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • haar·op·rich·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haaroprichter haaroprichters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehaaroprichterm

  1. (anatomie) klein spiertje dat door samentrekking een haar recht overeind zet
     Er is een klein spiertje aan de basis van elk individueel haartje op je lichaam, de musculus arrector pili of iets makkelijker de haaroprichter.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'haaroprichter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ellen Provoost
    “Hoe het komt dat je kippenvel krijgt van een droevig liedje?” (8 juli 2016) op hln.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.