hakstuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hakstuk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hak·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hakstuk hakstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethakstuko

  1. achterste deel van een schoen of laars
  2. deel van iets dat speciaal geschikt is voor de hak van de voet
    • Op het computerscherm is het eindresultaat al zichtbaar. Diverse formaten liggen kriskras maar stijf tegen elkaar aan, om het materiaalverlies zo veel mogelijk te beperken. Na het snijden krijgt de mat een keurige zoom, een extra hakstuk en eventueel een logo. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord hakstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Frank van de Beek 28-10-2005 Slijten doet een automat altijd
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.