half-en-half
| Niet te verwarren met: half en half |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: half-en-half (hulp, bestand)
- IPA: /ˈhɑləfɛnˌhɑləf/
Woordafbreking
- half-en-half
Woordherkomst en -opbouw
- samenkoppeling van half (hoofdtelwoord), en (voegwoord) en half(hoofdtelwoord)[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | half-en-half | - |
| verkleinwoord | (half-en-halfje) | (half-en-halfjes) |
Zelfstandig naamwoord
half-en-half o, m
- (voeding) mengsel van gelijke hoeveelheden varkens- en rundergehakt
- (voeding) alcoholische drank die uit gelijke delen van twee andere soorten drank bestaat
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord half-en-half staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.