halfzus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halfzus (hulp, bestand)
- IPA: / 'hɑlfsʏs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- half·zus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van half en zus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfzus | halfzussen |
verkleinwoord | halfzusje | halfzusjes |
Zelfstandig naamwoord
de halfzus v
- een vrouwelijk familielid met wie men één ouder gemeen heeft.
- Parysatis, de Perzische koningin, was een halfzus van Xerxes II, Sogdianus en Darius II.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord halfzus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halfzus" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.