halleluja

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halleluja    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɑleˈlyja/
Woordafbreking
  • hal·le·lu·ja
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Hebreeuws, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: lofkreet’ voor het eerst aangetroffen in 1561 [1]
  • Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: 'prijst de Heer' [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord halleluja halleluja's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethallelujao

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) oproep in een aantal psalmen om de Heer te prijzen (24×: Ps. 104:35 +; ook 4× in NT)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord halleluja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.