halsbandhagedissen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halsbandhagedissen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • hals·band·ha·ge·dis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halsbandhagedissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehalsbandhagedissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord halsbandhagedis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Lacerta  van hagedissen uit de familie echte hagedissen (Lacertidae ). Het is een van de bekendste hagedissengeslachten omdat veel soorten voorkomen in westelijk Europa. Één soort, de zandhagedis, komt ook in België en Nederland voor. De halsbandhagedissen zijn veel onderzocht door biologen en veel verschillende hagedissen die ooit tot deze groep werden gerekend worden tegenwoordig in andere geslachten ingedeeld
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'halsbandhagedissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.