handelscontact

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handelscontact    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • han·dels·con·tact
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelscontact handelscontacten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hethandelscontacto

  1. (economie) (handel) handelsrelatie, zakenrelatie
    • Hij stuurde al zijn handelscontacten met kerstmis een kerstpakket toe. 
    • Tijdens een zakendiner kan men de handelscontacten makkelijk verbeteren. 

Gangbaarheid

  • Het woord handelscontact staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.