handelskamer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handelskamer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- han·dels·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van handel zn en kamer zn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelskamer | handelskamers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de handelskamer v / m
- (economie) (handel) organisatie die de belangen van bedrijven behartigt
- ▸ De Duitsers gaan morgen naar de stembus. De politieke kopstukken voeren vandaag nog volop campagne. Nieuwsuur is in Berlijn. Bij de Brandenburger Tor spreekt presentator Twan Huys vanavond met Günter Gülker, directeur van de Nederlands-Duitse Handelskamer, en Anke Plättner, Duits parlementair journaliste.[2]
- ▸ Het is somber gesteld met het consumentenvertrouwen in Nederland, terwijl het bij onze buren een stuk beter gaat. In Duitsland staat het juist op het hoogste punt in zes jaar. Nieuwsuur spreekt in Beieren met Duitse consumenten. In de studio is Günter Gülker, voorzitter van de Nederlands-Duitse Handelskamer.[3]
Gangbaarheid
- Het woord handelskamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Laatste slag om Duitse stemmen” (Zaterdag 21 september 2013, 23:09), NOS
- ↑ Weblink bron “Duitsland blaakt van vertrouwen” (Woensdag 26 juni 2013, 11:19), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.