harbour

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈhɑːbə/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
harbour harbours

Zelfstandig naamwoord

harbour

  1. (Brits-Engels) onderdak, schuilplaats
  2. (Brits-Engels) (scheepvaart) haven
Schrijfwijzen
  •  harbor zn  (Amerikaans Engels)
vervoeging
onbepaalde wijs to  harbour 
he/she/it  harbours 
verleden tijd  harboured 
voltooid
deelwoord
 harboured 
onvoltooid
deelwoord
 harbouring 
gebiedende wijs  harbour 

Werkwoord

harbour

  1. overgankelijk onderbrengen, plaats bieden aan
  2. onovergankelijk (scheepvaart) aanmeren
Schrijfwijzen
  •  harbor ww  (Amerikaans Engels)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.