harmonicadeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  harmonicadeur    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɑrˈmonikaˌdør/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • har·mo·ni·ca·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord harmonicadeur harmonicadeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deharmonicadeurv/m

  1. deur met de vorm van de balg van een trekharmonica
     Met een snelle ruk trok ze de harmonicadeur opzij.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord harmonicadeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.