hatch

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
hatch hatches

Zelfstandig naamwoord

hatch

  1. onderdeur [1]
  2. luik
  3. sluisdeur
  4. (scheepvaart) luikgat
  5. (dierkunde) broedsel
  6. arceerlijn
Synoniemen
  • [4] hatchway
Afgeleide begrippen
vervoeging
onbepaalde wijs to  hatch 
he/she/it  hatches 
verleden tijd  hatched 
voltooid
deelwoord
 hatched 
onvoltooid
deelwoord
 hatching 
gebiedende wijs  hatch 

Werkwoord

hatch

  1. onovergankelijk (van kuikens) uit het ei komen
  2. overgankelijk uitbroeden
  3. overgankelijk (een plan) beramen
  4. overgankelijk arceren
Afgeleide begrippen
  • hatchling

Verwijzingen

  1. hatch, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.