havezaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  havezaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·ve·zaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havezaat havezaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehavezaatv/m

  1. havezate

Gangbaarheid

  • Het woord havezaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.