heethoofd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heethoofd (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhethoft / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈhetoft/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈhetoft/
- (Limburg): /ˈheːthof/
Woordafbreking
- heet·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heet en hoofd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heethoofd | heethoofden |
verkleinwoord | heethoofdje | heethoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
de heethoofd v / m
- een persoon die snel boos wordt
- De jongen die zij met uitgaan had leren kennen bleek een enorme heethoofd te zijn.
Afgeleide begrippen
- heethoofdig, heethoofdigheid
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord heethoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heethoofd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.