hefbrug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hefbrug    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hef·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hefbrug hefbruggen
verkleinwoord hefbrugje hefbrugjes

Zelfstandig naamwoord

dehefbrugv/m

  1. (verkeer) een brug waarvan het wegdek recht omhoog opgehesen wordt om de scheepvaart door te laten

Gangbaarheid

  • Het woord hefbrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.