hekstijl
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hekstijl (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɛkstɛil / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- hek·stijl
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hek zn "afscheiding" en stijl zn "post"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hekstijl | hekstijlen |
verkleinwoord | hekstijltje | hekstijltjes |
Zelfstandig naamwoord
de hekstijl m
- staander van een als afscheiding gebruikt raamwerk
- Het toegangshek vormt een der fraaiste voorbeelden onder de gesmede ijzeren hekwerken uit de 18de eeuw. Bijzonder zijn de datering en de naam van de maker (en mogelijk ook ontwerper) in het smeedwerk. Op de linker hekstijl is de naam f.ulje aangebracht en in de rechter stijl het woord fecit. [1]
- (scheepvaart) (op oude schepen) staander van het raamwerk voor de afsluiting bovenaan de achterkant van het schip
- (bouwkunde) (molenaarsambacht) staander in de balustrade van een stellingmolen
Gangbaarheid
- Het woord 'hekstijl' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Meijer, P.Hekken in Nederland. (2002) Waanders Uitgevers, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist; ISBN 90 400 9495 0; p. 175; geraadpleegd 2018-10-05
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.