hevig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hevig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhevəx/ (2 lettergrepen); /'ɦevəx/
Woordafbreking
  • he·vig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘sterk, erg’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
  • Naamwoord van handeling van heffen ?? met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hevighevigerhevigst
verbogen hevigehevigerehevigste
partitief hevigshevigers-

Bijvoeglijk naamwoord

hevig

  1. sterk in mate
    • De regen werd gevolgd door een nog hevigere stortbui. 
     Doordat ik op Mount Whitney een verschrikkelijke nacht in hevig onweer had doorgebracht wilde ik zo snel mogelijk de bergen uit om bij te komen in een hotel in Independence, het dichtstbijzijnde dorp.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
hevig heviger het hevigst

Bijwoord

hevig

  1. in sterke mate
    • Hij was hevig geschrokken van het ongeluk waar hij maar ternauwernood aan ontkomen was. 

Gangbaarheid

  • Het woord hevig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.