hobbelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hobbelig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔbələx/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈɦɔbələx/
    • (Noord-Nederland): /ɦɔbələç/
Woordafbreking
  • hob·be·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van hobbel met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hobbelighobbeligerhobbeligst
verbogen hobbeligehobbeligerehobbeligste
partitief hobbeligshobbeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

hobbelig

  1. met hobbels, oneffen
    • Op een hobbelig fietspad fietsen is geen pleziertje. 
     Tijdens de hobbelige rit op zijn reusachtige wagen krijgen we een goed overzicht van de schade in het stadje. Het is een kilometerslange parade van gehavende bankstellen, kasten, matrassen en andere spullen langs de weg. Ze zijn meegesleurd door het water en de wind en onherstelbaar beschadigd. Dit zijn niet alleen de sporen van Milton, maar ook van orkaan Helene die op 26 september noordelijker in Florida aan land kwam.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • hobbeligheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hobbelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.