hockeyvereniging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hockeyvereniging    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔkivərˌenəˌɣɪŋ/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hoc·key·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hockeyvereniging hockeyverenigingen
verkleinwoord hockeyverenigingetje hockeyverenigingetjes

Zelfstandig naamwoord

dehockeyverenigingv

  1. (sport) sportclub waar hockeyers lid van zijn
     Bij de hockeyvereniging waar het model speelde, zijn de leden een geldinzamelingsactie begonnen. Ze willen hiermee de ouders steunen bij onvoorziene kosten die niet door de verzekering worden betaald.[1]
     Het verhaal wordt al meteen nog mooier. Op zoek naar een leuke sportclub voor haar zoons bezocht zijn moeder ooit de plaatselijke voetbalclub, maar bekroop haar een slecht gevoel. Op de terugweg gingen ze toch ook even bij de hockeyvereniging kijken.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hockeyvereniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Doodsoorzaak model Lotte van der Zee onderzocht” (12 maart 2019), NOS
  2. Weblink bron
    Oscar van der Horst
    “Hockeyers treffen Canada, waar de bondscoach van 33 uit Almere een boodschap heeft” (26 juli 2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.