hogerhand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hogerhand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·ger·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hogerhand
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehogerhandv [1]

  1. door een hogere instantie, door een leidinggevende
    • Van hogerhand was bevel gegeven dat van nabij poolshoogte genomen moest worden van wat de moffen uitspookten. [2] 
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Van hoger hand
van regeringswege, van overheidswege [3]

Gangbaarheid

  • Het woord hogerhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.