hokkeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hokkeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hok·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hokkeling | hokkelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hokkeling m [2]
- (veeteelt) éénjarig kalf dat in een hok staat en nog niet in de koeienstal
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hokkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hokkeling" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ hokkeling op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.