homeopaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homeopaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·meo·paat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord homeopaat homeopaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dehomeopaatm

  1. (beroep) aanhanger of beoefenaar van de homeopathische geneeswijze
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord homeopaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.