hondenpoep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hondenpoep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hon·den·poep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenpoep
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehondenpoepm

  1. ontlasting/uitwerpselen van een hond.
    • De hondenpoep werd door de hondenbezitters netjes opgeruimd. 

Gangbaarheid

  • Het woord hondenpoep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.