honingkoek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: honingkoek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhonɪŋˌkuk / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ho·ning·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honing zn en koek zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honingkoek | honingkoeken |
verkleinwoord | honingkoekje | honingkoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de honingkoek m
Gangbaarheid
- Het woord honingkoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Oscar Garschagen“Zelfs de krekels en de kamelen zijn stil” (6 januari 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.