hoofdpoort

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoofdpoort    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoofd·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdpoort hoofdpoorten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dehoofdpoortv/m

  1. belangrijkste toegangspoort van een gebouw of terrein
     Met alleen zijn linkeroog blikte hij zo in rusteloze afwisseling naar het bordes en naar de hoofdpoort.[2]
     De hoofdpoort van vernietigingskamp Auschwitz[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.