hoofdstuktitel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoofdstuktitel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hoofd·stuk·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofdstuk zn en titel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdstuktitel | hoofdstuktitels |
verkleinwoord | hoofdstuktiteltje | hoofdstuktiteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de hoofdstuktitel m
- de naam van een hoofdstuk van een boek
- ▸ Hiemstra heeft zich uitgeleefd op de alliteraties, naast perronpapegaaien & krekelcriminelen zijn er ook hoofdstuktitels als ‘kroketkreeften & kinderverslinders en melksnormezen & brievenbus-broeders. Dat maakt op een vrolijke manier nieuwsgierig.[1]
Gangbaarheid
- Het woord hoofdstuktitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Jaap Friso“Kinderboekenrecensent tipt de zes leukste uitgaven voor Kinderboekenweek” (29-09-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.